Blauwe Druivenplant - Franktenthaler
Deze blauwe druiven plant ook wel Frankenthaler genoemd is een vroeg rijpend soort. Krenten van is bij deze druif erg belangrijk. Lees meer
Deze Italiaanse vroegrijpende druivenplant kan grote trossen opbrengen. De druivenplant is sterkgroeiend en bloeit in mei. De vruchten zijn niet lang bewaarbaar vanwege de zachte schil die om de vrucht heen zit. De heerlijke smaak van de druiven zorgt ervoor dat deze druiven zeer geschikt zijn voor het produceren van wijn.
Water
1 keer per week een flinke scheut water en in de zomer 2 keer. bij jonge planten mag de grond vochtig blijven.
Licht
De druivenplant wordt op horizontale leggers geteeld en houdt van een zonnige standplaats.
Grond
Deze plant houdt van een humusrijke zandgrond. De blauwe druivenplant is geschikt om direct in de grond te planten, maar ook als plant in pot.
Voeding/bemesting
Bemest in het najaar en voorjaar voor optimaal resultaat.
Bloei
De druif maakt in mei bloeiknoppen, die eigenlijk al op kleine druiventrosjes lijken. Begin juli bloeit hij met kleine gele bloemetjes, die door bijen bezocht worden. In de loop van juli beginnen zich de druiventrosjes te ontwikkelen.
Snoei
Om er voor te zorgen dat je druivenplant niet gaat woekeren is het belangrijk om hem te snoeien. Bij een nieuwe druivenplant zorg je dat er meer groei gaat in de dikte van de stam, zodat je een stevige druif krijgt. Daarnaast zorgt snoeien, als je het op de juiste manier doet, voor de mooiste en lekkerste druiven.
Het is aan te raden om de plant 2x per jaar te snoeien. De hoofdsnoei vind plaats in de winter als het blad eraf is gevallen en vóór de kortste dag op 21 december, voordat de sapstromen op gang komen. Pas wel op met vorst! Als de druif later gesnoeid word, gaat het hout 'bloeden'. De druif verliest dan vocht uit de snijwonden. De druivenplant kan daardoor verzwakken of zelfs doodgaan. Het tweede snoei moment is in de zomer (eind mei - juni).
De wintersnoei:
De eerste 1 á 2 jaar richt je de hoofdsnoei op het ontwikkelen van een stevige basis voor de druivenplant. Kies een paar mooie lange takken met veel zijtakken als gestel-takken en zorg dat je deze vastzet aan de muur of schutting. De rest van de takken kun je wegknippen op 10 cm van de hoofdtakken. Naarmate de gestel-takken steviger worden kun je de plant iets minder gaan knippen. De zijtakken van de gestel-tak, die druiven hebben gedragen, knip je af tot 3 cm boven 2 gezonde ogen. De druiven zullen groeien op de zijscheuten van dit éénjarige hout. Als de druivenstruik wat ouder wordt kan het gunstig zijn om een jongere tak als gestel-tak te kiezen. Bindt de jongere tak vast en laat hem uitgroeien tot gestel-tak. Een oude tak kun je dan in zijn geheel verwijderen, hiermee verjong je de plant.
De zomersnoei:
In de zomer wil de druivenstruik groeien en zoveel mogelijk blad aanmaken. Dat is mooi voor de plant maar niet zo goed voor de vruchten. Hij groeit dan ook snel uit model. Pak daarom de snoeischaar eind mei nog een keer, eigenlijk vanaf het moment dat je kleine trosjes aan de plant ziet verschijnen. Lange ranken die volledig uit model groeien mag je terugsnoeien tot op 1 blad. Bekijk ook of bladeren zon blokkeren voor de druiven, deze bladeren kun je verwijderen. De druif houdt, met minder takken en bladeren, meer energie over voor de druiven en de druiven krijgen wat meer licht, waardoor ze veel lekkerder worden. Het uitdunnen heeft verder als voordeel dat de druif sneller droogt na de regen, wat schimmels minder kans geeft.
De zomersnoei houdt verder in dat je bij 1 á 2 knoppen boven de bloemen, waar de vruchten gaan komen, de tak afknipt. Je wil namelijk maar één tros (maximaal 2) per scheut. Op deze manier krijg je de mooiste druiven, omdat de druif zijn energie dan minder hoeft te verdelen. Je hoeft niet bang te zijn dat de druif zal bloeden bij het verwijderen van scheuten, zolang de scheuten jong en niet verhout zijn zal dat niet gebeuren.
Plukrijp
De blauwe druivenplant geeft aan het einde van de zomer plukrijpe vruchten. De vruchten zijn niet lang bewaarbaar vanwege de zachte schil die om de vrucht heen zit. De heerlijke smaak van de druiven zorgt ervoor dat deze druiven zeer geschikt zijn voor het produceren van wijn.
Winter
Deze druivenplant kan tegen temperaturen tussen de -20 ℃ en +35 ℃ ideaal dus voor ons Nederlandse klimaat.
Potmaat | 12 cm |
Hoogte | 30 cm |
Kleur | blauwe druiven |
Winterhard | ja |
Standplaats | volle zon/halfschaduw |
Bladverliezend | ja |
Bloeikleur | onopvallend wit/groen |
Bloeiperiode | mei/juni/juli |
Maximale planthoogte | 3m |
Eetbaar/niet eetbaar | produceert eetbare vruchten |
Plukrijp | augustus/september |